Door: Berry van Sonsbeek, Product Marktmanager Zwitserleven
De verwachting is dat de samenstelling van de lifecycle modellen onder het nieuwe stelsel wat gaat wijzigen. Dit komt omdat premies op deelnemersniveau een vlak percentage van de pensioengrondslag worden. In het oude stelsel werd veelal een stijgende staffel gebruikt. Ten opzichte van het huidige systeem, gaan de premies aan het begin van de loopbaan stijgen en aan het einde dalen. Deze wijziging van instroom van premies die belegd worden, vraagt om een toetsing van de bestaande lifecycle modellen op optimale uitkomsten. Om uiteindelijk voor de deelnemers weer een zo goed mogelijk pensioen te bereiken onder het nieuwe stelsel.
We weten niet wat we niet weten
Als deelnemers de keuze hebben tussen diverse lifecycle modellen, dan wordt er een uitvraag naar risicohouding en risicobereidheid gedaan bij deelnemers. Het doel is om te komen tot een voorstel van een lifecycle die het beste past bij de deelnemer. De afgelopen tijd zien we dat de professionaliteit waarmee die risicohouding en risicobereidheid wordt vastgesteld toeneemt. En gelukkig maar, want een onzorgvuldige uitvraag en begeleiding kan tot keuzes leiden die schrijnende situaties tot gevolg hebben.
Een punt van zorg is dat we niet altijd relevante data mogen of kunnen gebruiken. We hebben geen zicht op wat we niet weten van de deelnemer. Dat kan van invloed zijn op een optimale begeleiding bij de keuze voor een lifecycle. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarbij een deelnemer nog elders opgebouwde pensioenen heeft. En dat deze data niet worden meegenomen bij de inrichting van de beleggingen in het nieuwe stelsel. Dit kan ertoe leiden dat je in het nieuwe stelsel te veel of te weinig beleggingsrisico neemt om tot een optimaal pensioen te komen.
Ook is het bij de inrichting van de individuele beleggingen of lifecycle van belang, om mee te wegen wat de totale vermogenspositie en het verwachte uitgavenpatroon van iemand is. Neem je dit soort dingen niet mee, dan kom je altijd tot suboptimale invullingen van de beleggingen van een deelnemer.
Rol van de adviseur
In het nieuwe pensioenstelsel is er een belangrijke rol voor pensioenuitvoerders om deelnemers zo goed mogelijk te begeleiden bij het maken van individuele keuzes. Ik ben ervan overtuigd dat het voor veel deelnemers slim is om een adviseur mee te laten kijken. Iemand die thuis is in de materie en ook samen met de deelnemer naar het totale financiële plaatje kan kijken. Uiteindelijk wil je een invulling van de beleggingen die optimaal past bij de persoonlijke situatie en wensen van de deelnemer. We spreken dan van een dynamisch lifecycle systeem. Een systeem waarbij de lifecycle op regelmatige wijze wordt aangepast aan veranderende wensen en omstandigheden van de deelnemer.
De pensioenuitvoerders moeten de verantwoordelijkheid invullen om de deelnemer een zo goed mogelijke en passende richting te geven bij de keuzemogelijkheden. Op basis van kwalitatief goede data en professionele modellen.
Ik hoop dat we uit voorzichtigheid deelnemers niet per definitie richting te defensief beleggen begeleiden. Je kunt beter eerlijk zijn en aangeven dat informatie ontoereikend is om tot een goede richting te komen. Doe je dat niet, dan ontneem je een deelnemer misschien een kans om een optimaal pensioen te bereiken doordat er te defensief belegd wordt.
Dit artikel is gepubliceerd op 01 november 2021