Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft zijn verwachting voor de economische groei weer flink naar beneden bijgesteld. De instelling rekent nu op 3,3% groei voor 2019, een bijstelling naar beneden met 0,2 procentpunt. De beurs lijkt zich daar niets van aan te trekken. Sterker nog, de wereldaandelenindex heeft afgelopen week een hoogterecord neergezet.
Een langetermijnbelegger doet er dus goed aan zich niet te laten laten leiden door kortetermijnbewegingen. Niemand heeft ten tijde van de angstgolf rond kerst voorspeld dat aandelen binnen drieënhalve maand een hoogterecord zouden neerzetten. Desalniettemin is het op zijn minst vreemd dat de economische groeiverwachtingen dalen, terwijl de beurs stijgt.
'Ook alternatieve indicatoren zoals de prijsstijgingen van koper, ijzererts of nikkel geven de burger moed'
Een verklaring is dat de beleggers overmatig pessimistisch hebben gereageerd tijdens de kerst. Bovendien is de angst voor zowel de Brexit als de mogelijke handelsoorlog tussen de VS en China overgewaaid. Terecht of onterecht, dat blijft de vraag.
Een andere verklaring is dat er economisch gezien wel wat signalen zijn die duiden op een aantrekkende economie. Inderdaad, één zwaluw maakt nog geen zomer. Maar het lijken er wel steeds meer te worden.
De meeste economen focussen zich op de recente PMI's, de indices van inkoopmanagers. Toegegeven, die van Duitsland kwam begin april somber uit met een stand van 44,1. Alles beneden 50 duidt op krimp van de economie. Die van Duitsland komt alleen in flinke recessies voor, zoals die van 2012. Maar in de meeste andere Europese landen zijn de PMI-indices allemaal beter dan verwacht en soms zelfs licht stijgend. Dat herstel was vooral zichtbaar in de dienstensector. Alleen in het Verenigd Koninkrijk was het dramatisch slecht, maar dat behoeft waarschijnlijk geen verklaring.
Ook in China lijkt het alsof we de bodem in de economische vooruitzichten hebben bereikt. Daar heeft de Chinese regering dan wel alles uit de kast getrokken fiscaal en monetair gezien. De btw en de bedrijfsbelastingen zijn verlaagd. Daarnaast heeft de PBOC, de centrale bank van China, de rente verlaagd en het voor banken gemakkelijker gemaakt om leningen te verstrekken.
Het is wel zo dat de Chinese overheid steeds meer en meer moet doen om hetzelfde economische effect te bereiken. Oftewel de patiënt leeft nog en lijkt beter te worden, maar de werking van de medicijnen wordt steeds minder. Maar voorlopig gaat het goed. Ook alternatieve indicatoren zoals de prijsstijgingen van koper, ijzererts of nikkel geven de burger moed.
Voorlopig zal het economische grondwerk bestaan uit het tellen van de zwaluwen om te bepalen of de gang naar de zomer doorzet. Ik verwacht het wel.