Een van de thema’s in de aanstaande Amerikaanse presidentsverkiezingen zal de grote inkomensongelijkheid zijn. De top 1% van de Amerikanen verdient gemiddeld U$ 1,8 miljoen per jaar. De onderste 20% slechts U$ 21.000. Die ongelijkheid was alleen in de jaren ’20 zo groot. Het geeft een maatschappij waar het recht van de sterkste of in dit geval de rijkste geldt. Ook in het Amerikaanse bedrijfsleven is deze ongelijkheid aanwezig. De kleinere Amerikaanse bedrijven hebben het best moeilijk. Zie hebben een stuk minder geprofiteerd van Trump’s belastingverlaging en hebben veel meer last van de krapte op de arbeidsmarkt. De grote tech bedrijven kunnen met relatief weinig werknemers toe en laten winsten vallen waar de belastingdruk het laagst is. Als we naar de winstontwikkeling van de S&P 500 kijken dan ziet het er op het eerste gezicht prima uit. Maar de winsten van de Russel 2000, zeg maar de Amerikaanse midkap index, zien er een stuk somber uit. Ondanks de belastingverlagingen zijn de winsten van deze bedrijven in de afgelopen twee jaar nauwelijks gestegen, terwijl de winsten van de vijf grote tech bedrijven met een kleine 30% zijn toegenomen.
Die enorme ongelijkheid is ook terug te zien in de koersontwikkeling. Vorig jaar september was het nog groot nieuws dat de beurswaarde van Apple door de grens van U$ 1 biljoen heen ging. Een paar maanden later staat de teller al op U$ 1,4 biljoen. Samen is de top 1% van de S&P 500 (Apple, Amazon, Microsoft, Alphabet en Facebook) goed voor 20% van de totale beurswaarde. Deze ratio is nog nooit zo hoog geweest. 5 jaar geleden waren deze Big Five goed voor nog geen 10%. Enerzijds is dat logisch. De winsten dan deze Big Five groeien harder dan de rest van de markt. Die Big Five zijn goed voor 13% van alle bedrijven in de S&P500. Dat was 9% 5 jaar geleden.
In een recente studie van het National Bureau of Economics Research blijkt dat de hoge mate van markt concentratie met name verantwoordelijk is voor de druk op de lonen. De ontwikkeling in de top 1% in de aandelenmarkt lijkt daarmee een afspiegeling van de discussie over de top 1% rijkste Amerikanen. Tijd dat die 1% wordt aangepakt. Maar dat gaat alleen gebeuren als de volgende president uit het de linker kamp van de Democraten is, zoals Elisabeth Warren of Bernie Sanders. Misschien beter voor de Amerikaanse maatschappij. Maar niet voor aandeelhouders. Als ze puur voor het geldelijk gewin gaan moeten ze hopen dat Trump de 46e president wordt. Dat is beter voor de koersen.
Bron inkomensongelijkheid: https://inequality.org/facts/income-inequality/
Dit artikel is gepubliceerd op 11 februari 2020